De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) biedt financiële ondersteuning aan werknemers die na twee jaar ziekte nog steeds arbeidsongeschikt zijn. Binnen de WIA zijn er twee uitkeringen: de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). Het is belangrijk om het verschil tussen deze uitkeringen te begrijpen.

WGA-uitkering (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten)

De WGA-uitkering is bedoeld voor mensen die:

• Tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt zijn: U kunt door ziekte of beperking nog gedeeltelijk werken en daarmee tussen 20% en 65% van uw oude loon verdienen.
• Volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn: U bent voor 80% of meer arbeidsongeschikt. Maar er is een redelijke kans op herstel.

Het doel van de WGA is om werknemers te stimuleren om, ondanks hun beperkingen, weer aan het werk te gaan. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van uw resterende verdiencapaciteit en de mate waarin u deze benut.

IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten)

De IVA-uitkering is bedoeld voor mensen die:

• Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn: U bent voor minimaal 80% arbeidsongeschikt, en er is geen of slechts een minimale kans op herstel.

In dit geval ontvangt u een uitkering van 75% van uw laatstverdiende loon (tot het maximumdagloon). Er zijn geen re-integratieverplichtingen, maar als u toch (gedeeltelijk) wilt werken, is dat toegestaan en kan het UWV u daarbij ondersteunen.

Samenvatting

De WIA voorziet in twee soorten uitkeringen:

• WGA: Voor mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn of volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt, met de nadruk op re-integratie en werkhervatting.
• IVA: Voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, zonder verplichting tot re-integratie.

Het is belangrijk om te weten onder welke categorie u valt, zodat u de juiste ondersteuning en uitkering kunt aanvragen.